De Wederopbouw-dienstwoning van de Dienst van Weg en Werken der Nederlandsche Spoorwegen (1946)
Van de duizenden dienstwoningen voor personeel die de Spoorwegen her en der in het land gebouwd hebben is tegenwoordig nog maar bar weinig over. De dienstwoning is een achterhaald fenomeen geworden en de schaarse woningen van deze soort die anno 2010 nog langs spoorlijnen en bij stations en emplacementen te vinden zijn, worden zelden nog bewoond door spoorwegpersoneel dat strikt gebonden is aan de lokatie. Er zijn dan ook al decennia lang geen dienstwoningen meer voor het spoor gebouwd; sterker nog: zodra zo'n woning leegkomt wordt veelal de bulldozer van stal gehaald om een einde te maken aan het zoveelste geval van een "milieutechnisch onverantwoorde woonlokatie." De laatste serie spoorweg-dienstwoningen werd in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Hierover gaat dit verslag.
Het is alom bekend dat de spoorwegen gedurende de laatste wereldoorlog zwaar getroffen werden. Met name bruggen en spoorwegemplacementen moesten het ontgelden en bijna vanzelfsprekend werden ook veel dienstwoningen voor het personeel hierbij verwoest. Spoorwegarchitect Ir. S. van Ravesteyn ontwierp voor de Dienst van Weg en Werken (W&W) van N.S. in 1946 een standaardontwerp voor een eenvoudige dienstwoning die op verschillende lokaties in het land gerealiseerd zou kunnen worden, bij stations, spoorbruggen of langs de 'vrije baan'. In de eerste plaats moest dit een langgerekt ontwerp worden, omdat de beschikbare bouwkavel veelal een smalle strook parallel aan de spoorlijn betrof. In de tweede plaats werd het ontwerp tot één bouwlaag beperkt, waardoor in bouwmateriaal (met name hout voor een trap en de tussenvloeren) bespaard kon worden, wat vanwege de materiaalschaarste wel noodzakelijk was. Daarnaast had, volgens Van Ravesteyn, het wonen in een huis van één enkele bouwlaag het onmiskenbare voordeel dat er niet op zolder geslapen hoefde te worden, wat 's zomers warm en 's winters koud is... Bijgevolg kon de woning met één stookgelegenheid verwarmd worden die dan in de centrale woonkamer gesitueerd zou zijn. Hier zou dan ook gekookt moeten worden, waaroor de aangebouwde keuken alleen voor spoelen en wassen gebruikt hoefde te worden.
|
Plattegronden van de woning met kleine en grote ouderlijke slaapkamer. (tekening uit Tijdschrift voor Volkshuisvesting & Stedebouw) |
|
De plattegrond (zie boven) van het gebouw toont ons een centale woonkamer van 4 bij 4.21 meter. Aan de linkerzijde hiervan bevindt zich de vleugel met het ingangsportaal en twee slaapkamers, waaronder de ouderlijke slaapkamer. In de rechtervleugel zijn twee slaapkamers van 4 bij 2.05 meter te vinden. Al met al genoeg ruimte dus voor een gezin met 10 kinderen! Dat beweert althans het artikel over deze woningen in het personeelsblad 'Nieuw Spoor' uit 1947. Achter de woonkamer is een uitbouw met daarin de keuken, een toilet en een bergplaats met toegang naar de kelder. Deze kelder is slechts 92 centimeter diep. In de berging bevindt zich verder ook nog een stookgelegenheid voor de was. Zoals gezegd kreeg het gebouw geen verdieping en de ruimte onder de kap is dus een loze ruimte. Om toch nog in enige extra bergruimte te voorzien werd standaard bij elke woning een houten schuur gebouwd van oude dwarsliggers.
Woonkamer, met rechts de toegang tot de keuken. (foto uit Nieuw Spoor)Het ontwerp van de woning liet nog wel enige variatie toe: desgewenst kon, in geval van een minder groot gezin, de scheidingsmuur tussen de kleine slaapkamer en de ouderlijke kamer weggelaten worden, waardoor er één grote slaapkamer ontstond. De ingebouwde bergkast kon ook als ruimte voor de wieg gebruikt worden. De meeste woningen van dit type werden in een rij van twee of meer woningen gebouwd, waarbij steeds de ene woning spiegelbeeldig werd gemaakt aan de naastliggende woning. Alleen de afhangzijde van de deuren en het aanrecht en keukenkastje hoefden voor een spiegelbeeldige uitvoering van het standaardontwerp aangepast te worden. Uitwendig werd de woning van enkele spaarzame decoraties voorzien: een ruitvormig venster in de houten voordeur met een smeedijzeren rekje ervoor. In de nok van de windveer werd een eenvoudige houten versiering geplaatst en de schoorsteen kreeg een smeedijzeren kap. Deze woningen, waarvan we de stijl het beste als die van de 'Delftse School' kunnen bestempelen, waren door hun nederige en landelijke karakter vooral bedoeld voor de buitengebieden.
wederopbouw-dienstwoning te Warken, tussen Zutphen en Vorden. Deze woning is de vervanger voor een in de oorlog vernielde wachtpost uit de 19e eeuw. In vroeger tijden bevond zich hier ook de stopplaats Warken, maar later werd hiervandaan alleen de nabijgelegen overweg bedient (bewaakt). Anno 2004 is het huisje als woning nog steeds aanwezig (zie ook foto geheel onder). De woning staat met de achterzijde naar het spoor; volgens Van Ravesteyn zouden de woningen met het grote woonkamerraam naar de zon gesitueerd worden. (foto uit Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw)De kubieke inhoud van een woning bedroeg 210 m3. Het bouwen van een woning kostte in 1946 ongeveer fl. 10.650.- als enkelvoudige woning en ongeveer fl. 10.450.- als gebouwd als meervoudige woning. Ir. S. van Ravesteyn: "In aanmerking moet worden genomen, dat zij als eenling, althans in zeer klein aantal, in de eenzaamheid langs de lijn moeten worden gebouwd, zonder vergoeding van reis- en verblijfkosten der arbeiders (bouwvakkers, VL), zoals bij Wederopbouw gebruikelijk is." en "De bewoners zijn zonder uitzondering uiterst tevreden (behalve de zeer enkele slordige gezinnen); de woonkamer wordt niet slechts als woonkamer gebruikt, doch ook als woonkamer gemeubeld, met onveranderlijk het dressoir tegenover de stookgelegenheid die uit een gewone kachel bestaat, indien de bewoners op gas of electrisch in het spoelkeukentje koken."
|
Hoeveel van deze woningen er precies zijn gebouwd is (nog) niet bekend. Feit is wel dat er zeker zo'n 45 geweest moeten zijn. Een aanzienlijk aantal is nog aanwezig en bewoond. De woningen zijn in de jaren 1946/1947 gebouwd, maar mogelijk ook nog later. Onderzoek zal in de nabije toekomst hopelijk meer gegevens van de afzonderlijke woningen opleveren. Te Stroe werd in 1953 een variant op dit woningtype gebouwd: naast de reeds aanwezige dubbele wederopbouw-woning werd een enkelvoudig exemplaar gebouwd waarbij het keuken/bergplaats-deel, in plaats van als uitbouw aan de achterzijde, tussen het linker slaapkamerdeel en de woonkamer gebouwd werd, waardoor een langgerekte plattegrond onstond zónder uitbouw, maar mèt een ruimere keuken en groter portaal. Echter zonder inpandige berging, dat dan weer wel... (zie tekening linksonder). Een andere variant treffen we bij station Rilland-Bath, waar in 1951 een nieuw stationsgebouw gemaakt werd nadat in 1945 de voorganger was afgebrand. Hier is het westelijke deel van het station een wederopbouw-dienstwoning en vormt het oostelijke deel het in stijl uitgevoerde stationsgedeelte met loket, dienstruimte en wachtkamer (zie zwart-wit foto onder)
Tekening van de afwijkende woning te Stroe (1953)
station Rilland-Bath, 12 september 1999. Het linkerdeel van het gebouw is een wederopbouw-dienstwoning. Zie ook Deze Link Hieronder twee recente opnames van wederopbouw-dienstwoningen van Weg en Werken; links de dubbele woning bij de spoorbrug over het Overijsselsch Kanaal te Raalte en rechts een enkelvoudige uitvoering te Warken (tussen Zutphen en Vorden). Links staat het dwarsliggers-schuurtje. De wanden van het schuurtje zijn opgetrokken uit rechtop staande oude spoorbielzen. De kieren zijn dichtgemaakt met houten latten wat voor een typische verticale geleding zorgt. Ook in Raalte zijn de dwarsligger-schuurtjes nog aanwezig (zie geheel rechts op de linker foto.
Raalte, maart 1998 |
Warken, 25 januari 2004 (foto's Victor Lansink) |
Hieronder een overzicht van wederopbouw-dienstwoningen W&W in Nederland. N.B. Dit overzicht is (mogelijk nog) onvolledig. Nadere gegevens zullen worden toegevoegd. Sommige woningen zijn in meer of minder mate verbouwd (vergroot) en het dwarsliggers-schuurtje is in veel gevallen gesloopt en vervangen door een grotere berging, garage of anderszins.
Plaats Enkel/dubbel/
meer?nog aanwezig? Bijzonderheden Blauwkapel (Utrecht, spoorlijn Hilversum-Lunetten, km. 13.025)
dubbel ja Voordorpsedijk 2-4 Breukelen (bij station)
enkel nee Gesloopt vóór 1991 Deventer (Snippelingsdijk) enkel nee Gesloopt na 1979 Dieren (station) enkel nee Gesloopt in 1973 Elst (Arnhemseweg) dubbel? nee
Elst (Bemmelseweg) viervoudig nee Gesloopt in 2008 Enschede (Goolkatenweg) enkel ja verbouwd Enschede (Oldenzaalsestraat) enkel nee Gesloopt in 2004 Etten-Leur (station) enkel ja
’t Harde (station) dubbel nee Gesloopt in twee fasen (jaren ‘80/’90) Hedel drievoudig ja verbouwd Helmond (Mierloseweg) dubbel ja
Kesteren (Zwarteweg) enkel ja verbouwd Krabbendijke dubbel? nee
Langeweg (brug over de Mark bij Breda) enkel nee
Leeuwarden (Boksumerdyk) dubbel nee Gesloopt in 1984/1985 Maarsbergen enkel ja
Nieuw Amsterdam (station) enkel ja
Nieuwerbrug (brug over de Dubbele Wiericke) dubbel nee
Nijverdal (brug over de Regge) dubbel nee
Oosterbeek (station) dubbel ja
Opheusden (station) drievoudig ja
Raalte (brug over Overijsselsch Kanaal dubbel ja
Rilland-Bath (station) enkel nee Woning was deel van het stationsgebouw Santpoort (Middenduinerweg) dubbel ja Verbouwd tot 1 woning? Schijndel (station) enkel ja
Stroe dubbel ja/nee Oostelijke helft gesloopt Stroe enkel ja Afwijkend type Veenendaal (Fort a/d Buursteeg) enkel ja
Warken enkel ja
Woensdrecht dubbel ja
Zoetermeer (2e Stationsstraat) enkel ja Witgeschilderd, rieten dak Zuidbarge (brug over het Oranjekanaal) enkel ja verbouwd Barendrecht (spoorwegovergang GebrokenMeeldijk, km. 38.9) enkel nee
Dubbeldam (tussen Willemsdorp en Dordrecht,
km. 23.4, spoorwegovergang Brabersweg)
enkel
nee
Woning stond met nokrichting haaks op het spoor
Indien U over nadere gegevens beschikt (en historisch beeldmateriaal!) betreffende deze woningen, dan houd ik mij ten zeerste aanbevolen voor publikatie ervan op deze webpagina. U kunt per e-mail contact met mij opnemen.
Bronnen:
-eigen waarnemingen en herinneringen en waarnemingen en naspeuringen van Michiel ten Broek, Huub van Meurs, Roelof Hamoen, Wim Hoekema, Peter Collet en Jacques Klok.
-tekeningen NS Infrastructuur / Objecten, in: Het Utrechts Archief.
-W en W bouwt nieuwe dienstwoningen, in: Nieuw Spoor, juni 1947, p. 12-13.
-Het type landelijke arbeiderswoning der Nederlandsche Spoorwegen, door ir. S. van Ravesteyn, in: Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Wederopbouw, 28ste jrg. nov. 1947, nr. 11, p. 148-150.
-J. G. C. van de Meene en P. Nijhof - Spoorwegmonumenten in Nederland, 1985, pp. 46-53.© 2004-2010 Victor Lansink, Utrecht